Leefomgeving

Het Mesozoïcum tijdperk van de dinosaurussen.

Het bestaan van de aarde is verdeeld in verschillende era of tijdperken die allemaal hun eigen ontwikkeling hebben gehad:

• Precambrium, van 4,6 miljard tot 570 miljoen jaar geleden,
• Paleozoïcum, van 570 tot 225 miljoen jaar geleden, 
• Mesozoïcum, van 245 tot 65 miljoen jaar geleden en het
• Kenozoïcum, van 66 miljoen jaar geleden tot nu.

Het Mesozoïcum is de tijd dat dinosaurussen op de aarde kwamen, overheersten en weer uitstierven. Deze periode kent 3 tijdvakken:

• Het Trias:     van 248 tot 210 miljoen jaar geleden
• De Jura:       van 210 tot 140 miljoen jaar geleden
• Het Krijt:      van 140 tot   65 miljoen jaar geleden

De verschuiving van de werelddelen tijdens het Mesozoïcum.

Het Trias: Opkomst dinosaurus.

Dinosaurussen ontstonden in het Trias, zoals het leefgebied op aarde van 250 tot 210 miljoen jaar geleden wordt genoemd. Trias is het Griekse woord voor drietal. Deze periode heet zo omdat de gesteentelagen in Duitsland uit deze periode makkelijk herkenbaar zijn aan de drie opvolgende soorten gesteenten: Buntsandstein, Muschelkalk en Keuper. In Duitsland zijn veel botten van dinosaurussen gevonden die toen in moerassen zijn verdronken.

De wereld bestond toen nog alleen uit: Pangea (alle werelddelen tegen elkaar aan) en Panthaqlassia, de super zee. Door de bewegingen van de aardplaten viel Pangea uiteen in twee kleinere continenten; Laurazië (het huidige Europa, Azië en Afrika) en Gondwanaland (het huidige Noord en zuid Amerika met Australie, Antarica en India). De vulkanische activiteiten duwden de zeebodem omhoog waardoor het zeeniveau weer begon te stijgen. Het klimaat was tropisch. Langs de kustlijnen kwamen vochtige hete moessonbossen voor en verder landinwaarts bestond het landschap uit woestijnen.

Tijdens het Trias ontstonden de eerste lopende en vliegende reptielen en amfibieën als krokodillen, hagedissen en schildpadden, die zowel aan het leven op het land als de zee waren aangepast. De eerste dinosaurussen verschenen hierna. Ze kwamen 230 miljoen jaar geleden voort uit reptielen en zijn er dus familie van. Ze hebben een dikke geschubde huid. Het is niet duidelijk of ze warm of koudbloedig zijn.

Dinosaurussen konden zich betere handhaven dan de krokodillen. Krokodillen hebben hun poten opzij en dinosaurussen hun poten onder hun lichaam. Dat maakt ze sneller en mobieler om voedsel te vangen en zich te verweren tegen vijanden.

Aan het einde van het Trias ontwikkelden zich de eerste reptielen die hun jongen zoogden: dat waren de eerste zoogdieren. De grote reptielen en vijanden van de dinosaurussen, begonnen uit te sterven. De dinosaurussen namen daardoor sterk in soort en in aantal toe.

De Jura: Overheersing dinosaurus.

Tijdens de Jura (genoemd naar het gebergte op de Zwitsers-Franse grens) dreven continenten verder uit elkaar. In deze periode waren de dinosaurussen de overheersende diersoort op aarde. Toen ontstonden ook de eerste vliegende dinosaurussen. Ook een ander soort dinosaurus: de oervogel, de voorouder van alle vogels. Het klimaat was nog erg warm. De plantengroei werd overheerst door naaldbomen en palmvarens. In deze periode ontstonden ook de zaadplanten. Deze planten en hun zaden konden goed tegen de droogte. Ze konden goed overleven en zich verspreiden. Er was plantenvoedsel genoeg voor de dieren.

Het Krijt: Uitsterven dinosaurus.

In het Krijt (komt van het Latijnse woord creta en betekent kalk) begon het klimaat wat af te koelen. De vogels kwamen opzetten. De dinosaurussen waren al voor de meteorietinslag, die ik later zal bespreken, aan het uitsterven. Ze wisten niet welke planten giftig waren en aten alles, dus ook de giftige. Daardoor gingen er veel dood. Uit onderzoek blijkt dat  krokodillen (hun voorouders) dit onderscheid ook niet kunnen maken. Zij wisten toch te overleven. Misschien hadden de dinosaurussen dat ook gekund als de meteoriet niet was ingeslagen. Hoe zou de wereld er dan nu uitgezien hebben?